Met enige regelmaat krijg ik een appje of telefoontje van een bezorgde moeder of ik iets met de tenen van het puberkind kan. Want er is al vanalles geprobeerd en ook met het ingrijpen van de huisarts is het niet gelukt. De teennagels blijven ontsteken.
Hormoonschommelingen
De ervaring leert mij dat het vaak niet de teennagel is die ingroeit, maar een combi is van factoren die de ontsteking ontwikkelt en doet voortbestaan. Het zijn de hormoonschommelingen in een puberlijf waardoor het transpireren (tijdelijk) toeneemt. En daardoor ook de voethuid meer vocht produceert en verweking ontstaat; onder andere in de nagelwal en tussen de tenen (zwemmerseczeem).
Scherpe nagel
De nagelvorming is bij de puber nog niet optimaal waardoor deze vaak nog niet ‘uitgehard’ is. Deze scherpe nagel kan wondjes veroorzaken in de nagelwal. Door de matige (voet)hygiëne – samen met vuil vanuit de schoen – raken de ontstane wondjes geïnfecteerd met als gevolg een ‘ingegroeide teennagel’.
Stand van de teen
Maar ook de stand van de teen heeft hier een bijdrage aan. Vaak zie je dat de tweede teen strak tegen of deels op de eerste teen ligt. En dat geeft druk vanuit de schoen, vooral wanneer de schoen niet bij de vorm van de voet hoort.
Wanneer dit het geval is, is een orthese haast ‘verplicht’ om te gebruiken om zo de beide tenen van elkaar te scheiden – zodat contact voorkomen wordt.
Advies
Dus heeft je puberkind (beginnende) nagelproblemen – adviseer de medisch pedicure. Is er een ontsteking met wildvleesgroei en pus aanwezig dan is een bezoek aan de huisarts een vereiste met de vraag voor een doorverwijzing naar de (medisch) pedicure. Zonder verwijzing van de huisarts behandel ik geen ontstoken teennagels.
Nagelbeugel
Een nagelbeugel plaatsen helpt om de druk in de nagelwal te verlichten waardoor de ontsteking afneemt. In het begin zal de teen wekelijks gecontroleerd worden, schoongemaakt en drukvrij gelegd worden. Maar ook gedegen schoen- en hygiëne-advies is op zijn plek. MediLana antidruk-wol toepassen om de teennagel te ontlasten in de schoen – eerst afdekken met een gaasje wanneer de infectie nog actief is.
Voetverzorging is waarschijnlijk een van de láátste dingen waar pubers mee bezig willen zijn. Toch kan goede voorlichting hierover een hoop ellende voorkomen.
Hoe dring je als medisch pedicure tot tieners door? Een beetje humor helpt altijd, is mijn ervaring. Voorlichting geven hoort ook bij het werk van een pedicure.
Maar hoe breng je iets over aan een dwarse, eigenwijze en opstandige puber? Tieners zijn vooral bezig met zichzelf en hoe ze overkomen op anderen. Niet opvallen, erbij horen: dat is alles wat ertoe doet. Toch zijn er manieren om tot pubers door te dringen.
Een van de belangrijkste uitgangspunten bij de communicatie met tieners is om ze serieus te nemen. Een puber denkt dat hij het centrum van de wereld is en dat zijn problemen dat ook zijn. Dat moet je dan ook vooral erkennen.
Als moeder van drie pubers ben ik hier dan ook mee bekend. Humor erbij betrekken, naast het probleem erkennen helpt daarom ook.
Een andere manier om tieners serieus te nemen, is door de communicatie interactief te maken, een methode die ik vaak toepas tijdens de behandelingen.
Maak de puber onderdeel van zijn behandeling om zo meer bijvang te krijgen om de behandeling tot een succes te maken. Tegelijkertijd is het van belang om een tiener positieve aandacht te geven.
Want aanpassingen doen in schoeisel bijvoorbeeld is natuurlijk niet iets waar lichtzinnig overgedaan moet worden. Het is kunst om de wereld van de puber te betreden met aandacht en begrip en toch veranderingen kunt bewerkstelligen in het voordeel van de pijnlijke voet. Zoals bijvoorbeeld de noodzaak te leren inzien om de veters te strikken..
In de meeste gevallen is een hielspoor (botaanwas bij de hechting van de peesplaat aan de onderzijde van de voet) het gevolg van een peesplaatontsteking. Het bindweefsel onder de voet loopt van de hiel naar de tenen en vormt daarmee het voetgewelf – deze is dan ontstoken wat pijn veroorzaakt. De hielspoor zelf is niet pijnlijk, maar een gevolg bij een langdurige ontsteking. Bij een röntgenonderzoek is de peesplaatontsteking niet zichtbaar, bij sommigen wel de hielspoor.
Overpronatie
Wanneer de enkels naar binnen kantelen door het naar binnen doorzakken van de voeten ontstaan overpronatie.
Dit komt veel voor. In combinatie met andere oorzaken (bv overbelasting, overgewicht) ontstaat er teveel spanning op de peesplaat waardoor deze geïrriteerd raakt en ontstaan er micro-scheurtjes in de peesplaat.
De ontsteking die hierbij ontstaat gebeurt op het zwakste punt: het hielbot. Dit leidt tot chronische pijn onder de hiel. Na rust weer in beweging komen geeft pijnklachten omdat de strakke peesplaat verstijfd.Wanneer de meeste klachten:
Overdrijf de oefeningen niet. Let goed op uw pijngrens, ga daar niet overheen. Doe de oefeningen drie tot vier keer per dag; ’s ochtends 1x, overdag 2x en ’s avonds 1x. Laat het op blote voeten lopen even voor wat het is.
Ga voorovergebogen met de handen tegen de muur staan. Een been naar voren en de ander naar achteren. Buig de knie van het voorste been en houd de achterste voet plat op de grond. Buig de voorste knie verder totdat u een strekkend gevoel in de kuit voelt van het achterste been, 20 -30 seconden. Wissel van been en herhaal de oefening vier keer (links en rechts).
Leg een tennis- of golfbal of een verfroller op de grond en rol daar met uw voet overheen van de hiel naar de tenen, heen en weer voor 2 minuten, links en rechts. Dit kunt u zittend of staand doen. Deze oefening is voor het strekken en flexibel maken van de peesplaat. Let op uw pijngrens, ga daar niet overheen. Doe deze oefening bij voorkeur voordat u uit bed komt of nadat u een lange tijd heeft gezeten.
Pak een handdoek en rol deze op. Plaats de handdoek onder de bal van de voet en de tenen. Houdt de handdoek stevig vast. Strek het been en trek de handdoek naar u toe voor 15 – 20 seconden. Doe dit bij beide voeten. Herhaal de oefening vier keer; links en rechts.
Als het buiten koud is, kunt u last krijgen van winterhanden of -tenen. U krijgt jeuk of pijn aan uw vingers of tenen. Ook worden ze rood. Het is een kwaal die geen kwaad kan. De klachten gaan vaak vanzelf over binnen 2 weken. De klachten kunnen weer terug komen.
Als het buiten koud is krijgen sommige mensen last van winterhanden of -tenen (-oren of -dijen). Het is onaangenaam, maar kan geen kwaad en gaat vanzelf over.
Voor mensen die buiten in de kou werken kan het heel hinderlijk zijn.
Bij kou krijgt u jeuk of pijn en een gezwollen gevoel aan uw vingers of tenen. De huid wordt rood. Als het erger wordt, is de huid paarsblauw en gezwollen.
De klachten gaan meestal binnen 1 uur tot 2 weken vanzelf over. De klachten verergeren als het kouder wordt en verdwijnen als het weer warmer wordt.
De klachten kunnen weer terugkomen in nieuwe koude tijden.
Hoe winterhanden en wintertenen ontstaan, is niet helemaal duidelijk. Sommige mensen zijn er gevoelig voor. Bij vrouwen komt het vaker voor dan bij mannen. Ook komt het in sommige families vaker voor.
Door een lage buitentemperatuur (onder de 10 tot 15 graden) kunnen de kleine bloedvaatjes in de huid tijdelijk vernauwen en verkrampen. Het bloed stroomt dan niet meer goed door. De huid gaat zwellen en ontsteken waarbij ook blaren en wondjes kunnen ontstaan.
Adviezen bij winterhanden en wintertenen
U kunt proberen kou te vermijden of u beter tegen de kou te beschermen. WandelWol antidruk-wol kan de klachten onderdrukken door de thermische werking van de antidruk-wol.
Orthesiologie is een techniek die dient voor het corrigeren of ontlasten van diverse drukplekken, met name aan en tussen de tenen, en voor het reguleren van de teenstand. Dit houdt in dat ik siliconen hulpstukjes voor u op maat maak voor tussen en rondom de tenen en of de voet.
Dit brengt verlichting teweeg bij pijnlijke voeten of het kan eeltplekken en eelpitten doen verdwijnen bij consequent en doelmatig gebruik. Gelang de lokatie of intensief gebruik kan een orthese een half tot een jaar gedragen worden, daarna wordt een nieuwe orthese voor u aangemeten.
Wanneer er sprake is voor het plaatsen van een orthese wordt een behandelplan opgesteld na het afnemen van een anamnese en een voetonderzoek, daarbij wordt ook gekeken naar uw schoenen. Neem daarom uw meest gedragen schoenen mee. Ook vindt er een onderoek plaats naar de beweging van de voet- en teengewrichten. Wanneer een orthese: